Zoals waarschijnlijk bekend is er al een tijd veel media aandacht voor de negatieve gevolgen van het ZPM op de financiële huishouding van veel zorginstellingen. Hieronder wat nadere informatie met daarbij twee aanknopingspunten om dit onderwerp aan te kaarten bij zorgverzekeraars.
Uit een onderzoek van Gupta is gebleken dat er sprake is van een omzetdaling sinds de invoering van het ZPM. Voor geïntegreerde ggz-instellingen is sprake van een gemiddelde omzetdaling van 5% over de eerste negen maanden. Het netto-omzetverlies – inclusief contractuele afrekeneffecten en de transitieprestatie – is met gemiddeld 5,9% nog groter.
Voor ambulante instellingen is de daling van de bruto-omzet gemiddeld 3,1% (netto 7,2%). De omzetdaling verschilt sterk per aanbieder. Naast het omzetverlies dat uit dit onderzoek blijkt, hebben ggz-aanbieders ook te maken met een stijging van (energie)kosten, hogere kosten voor inzet van personeel niet in loondienst (PNIL) door een hoger ziekteverzuim en arbeidsmarktkrapte én druk op de lonen. Kostenstijgingen zijn niet meegenomen in het Gupta-onderzoek, maar beïnvloeden wel het resultaat van ggz-aanbieders.
Herkenbaar voor jullie organisatie? Er zijn in dat geval 2 belangrijke elementen die je mogelijk kunt gebruiken of benoemen in je communicatie met zorgverzekeraars. Deze kent twee richtingen:
- De Transitieprestatie
- “Herbevestiging bestuurlijke punten” door de NZA aan de Nederlandse GGZ
Prestatiebeschrijving Transitieprestatie
De transitieprestatie is een prestatie voor het afrekenen van het geheel van zorgprestaties. De transitieprestatie heeft een vrij tarief. In de Beleidsregel Prestaties en tarieven geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg – BR/REG-23139 (https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_716148_22/1) staat de transitieprestatie opgenomen onder hoofdstuk 5 Overige prestaties.
Voor geneeskundige ggz kan de transitieprestatie worden toegepast om;
- De door zorgverzekeraar en zorgaanbieder vooraf gezamenlijk bedoelde/gewenste effecten van de overgang naar het Zorgprestatiemodel op te vangen, en/of;
- De door zorgverzekeraar en zorgaanbieder onvoorziene, en door hen gezamenlijk als ongewenst benoemde, effecten van de overgang naar het Zorgprestatiemodel op te vangen, en/of;
- De door zorgverzekeraar en zorgaanbieder vooraf gezamenlijk onbedoelde/ongewenste benoemde effecten van de overgang naar het Zorgprestatiemodel, waarbij dit effect het gevolg is van een tekortkoming in het Zorgprestatiemodel zelf,
Voor zover die die effecten niet redelijkerwijs binnen de max-max tarieven kunnen worden opgevangen. De gezamenlijke overeenkomst moet tweezijdig (zorgverzekeraar en zorgaanbieder) worden ondertekend.
“Herbevestiging bestuurlijke punten”
In deze Brief herbevestiging bestuurlijke afspraken van de NZA aan De Nederlandse GGZ is het onderstaande beschreven:
“Ook ondersteunen wij de oproep van zorgverzekeraars om de contractering 2023 voortvarend op te pakken en deze te gebruiken om ook terug te kijken en waar nodig te corrigeren in de contractering over 2022.De NZa hecht eraan dat het geheel aan stapeling van effecten en de impact daarvan op de zorgaanbieders wordt meegewogen in de contracteringsafspraken voor 2023 om de continuïteit en toegankelijkheid van de GGZ-zorg in Nederland te borgen.”
Tot slot; de belangrijkste info uit het Gupta-onderzoek is hieronder ook te downloaden.
2022 juli Gupta Onderzoek deNlggz-ZN Omzetontwikkeling 2022
20220831 NLggz – Rapport analyse indirecte (norm)tijd ZPM